Aquarelpapier - de basis

Kenmerken papier

Werk je met veel water? Dan is een vierzijdig verlijmd papierblok aan te raden. Zo voorkom je dat het papier gaat bobbelen. Ook ‘grammage’, het gewicht van je papier, is hier belangrijk. Hoe dikker het papier, des te meer water het kan opnemen. Er bestaan verschillende formaten en structuren. Je bent geheel vrij in je keuze van formaat. Dit geldt natuurlijk ook voor de structuur, maar houd er rekening mee dat hoe grover je oppervlak, des te meer de pigmenten uit de verf zich gaan ophopen in de kuiltjes van het papier. Hiermee is het resultaat grover.

Aquarelpapier wordt gekenmerkt door interne en oppervlakteverlijmingen. Deze lijm bepaalt voor een groot deel hoe de verf tot uitdrukking komt. Verlijming is nodig zodat de verf niet door het papier heen zakt, maar de kleur op het papier blijft liggen. Hierdoor gaat het zonlicht door de transparante verf en weerkaatst het op het wit eronder. Zo neem je sprankelende kleuren waar.

Alle verlijmingen in het assortiment van Royal Talens zijn op synthetische basis en zijn dus veganistisch, behalve Rembrandt 100% katoen aquarelpapier.

Twee aquareltechnieken uitgelicht

De nat-in-nat techniek: De nat-in-nat techniek: nadat je de ondergrond hebt natgemaakt, kun je er met je aquarelpenseel in werken. De verf vloeit over je papier. Zo krijg je minder hard afgebakende kleurvlakken. Ook is er minder beheersing van de verf. Omdat er traditioneel gezien met het wit van het papier gewerkt wordt in plaats van met witte aquarelverf, zou je de witte delen open moeten laten op je papier. Met de nat-in-nat techniek is dit behoorlijk moeilijk, maar er is een hulpmiddel: Maskeervloeistof, een vloeibaar natuurlijk rubber dat na droging water en verf afstoot. Dit kun je na het drogen van de verf gemakkelijk verwijderen zodat de kleur van je papier weer zichtbaar is.

De droge techniek: werken met aquarelverf op een droge ondergrond. Een techniek waarmee je meer in detail kunt werken. Je kunt meerdere technieken combineren in hetzelfde werk.